Schoenadvies
Het is misschien wel de meest gestelde vraag aan de podotherapeut: wat is een goede schoen?
Er bestaat helaas geen schoen die voor iedereen perfect is. De eigenschappen van een schoen verschillen per merk, per model en per seizoen. Het maakt ook uit welke breedtemaat u nodig heeft. En welke voetstand u heeft.
De podotherapeut kan u na het onderzoek een persoonlijk schoenadvies geven over de schoen die voor u geschikt is.
Algemene schoenentips
- Uw voeten kunnen in de loop van de dag dikker worden. Koop daarom nieuwe schoenen altijd later op de dag.
- Het is normaal dat de ene voet langer kan zijn dan de andere. Pas daarom altijd beide schoenen aan in de winkel. Koop uw schoenen altijd in de maat van de langste voet.
- Ga altijd staan als u schoenen past. Als u staat, wordt de voet wat langer door het gewicht dat erop komt.
- Als u loopt, wordt de voet nog weer iets langer dan bij staan. Loop daarom altijd een tijdje op de schoenen rond in de winkel.
- Neem de tijd voor het kopen van nieuwe schoenen. Bij twijfel niet kopen.
Sluiting schoen
- Zorg voor een goede sluiting op de wreef, liefst een vetersluiting. De sluiting mag niet knellen of irriteren.
- Als een vetersluiting niet lukt, kan een klittenbandsluiting een goed alternatief zijn.
- Sluit de schoen goed bij het passen en het dragen. Trek veters of klittenband goed aan en strik de veters goed.
- Neem geen instapschoen. Een instapper heeft weinig houvast om de voet/wreef, waardoor u ‘hak in en uit’ gaat. Vaak worden instappers een maat kleiner (te klein) gekocht. Hierdoor kunnen de tenen en nagels in de knel komen.
Lengte – en breedte schoen
- Koop de juiste lengte- en breedtemaat schoenen. Ga niet blind van de maat uit. Maat 40 van het ene merk kan heel anders uitvallen dan maat 40 van een ander merk. Let vooral op de pasvorm.
- De tenen moeten genoeg ruimte hebben om vrij te kunnen bewegen. Let op voldoende ruimte in de lengte, de breedte, maar ook in de hoogte. Tenen en nagels kunnen pijn doen als de schoen te laag is en de tenen in de knel komen.
- Een schoen loopt niet uit. Een schoen wordt dus niet groter. Als een schoen te klein is, zal dat zo blijven. Wel kan het bovenleer soepeler worden waardoor de schoen zich aanpast aan het model van uw voet.
- Let op dat er geen stiksels of naden en versieringen op en in de schoen lopen ter hoogte van de tenen of knobbels. Deze rekken niet mee en worden dus ook niet soepeler. Voel altijd met de hand ín de schoen, om te checken of de schoenen voldoende glad zijn afgewerkt en van binnen geen dikke stiksels hebben die pijn kunnen veroorzaken.
Eigenschappen schoen
- Een hakhoogte van een tot twee cm is een optimale hakhoogte. Hoe breder de hak van de schoen, hoe stabieler u op de schoen staat. Wij adviseren een hakhoogte van maximaal drie cm. Hakken hoger dan drie cm geven druk op de voorvoet.
- Kies een schoen met een dempende onderzool, het liefst van rubber. Dit geeft meer schokdemping en meer grip.
- Als u podotherapeutische zolen heeft, is het handig een schoen te kiezen waar het oorspronkelijke voetbed uit kan. Anders passen uw zolen mogelijk niet in de schoen. Ook liggen de zolen dan goed vlak in uw schoenen.
- Een goede, stevige hielomsluiting (contrefort) is belangrijk. Hoe steviger het contrefort, hoe meer steun de schoen geeft. U moet het contrefort niet met de duim in kunnen drukken.
- Een goede, stevige schoen buigt ter hoogte van de grote teen. Niet in het midden van de schoen! Als u de schoen dubbel kunt vouwen (de neus naar de hiel kunt buigen), dan zal de schoen waarschijnlijk te slap zijn.