Meidenknie
Retropatellaire chondropathie / Patellofemoraal pijnsyndroom
Bij retropatellaire chondropathie is het kraakbeen aan de achterkant van de knieschijf (patella) of het kraakbeen van de onderkant van het dijbeen geïrriteerd. Hierdoor ontstaat er pijn in de knie. Het kan in één knie voorkomen, maar ook in beide knieën.
Een andere naam voor deze aandoening is ‘meidenknie’. Deze term geeft al aan dat deze knieklacht vaak voorkomt bij tienermeisjes in de pubertijd. In die periode raakt – onder invloed van hormonen – het kraakbeen in de knie weker dan bij volwassenen. Hierdoor kan het kraakbeen makkelijker geïrriteerd raken.
Ontstaan
Bij retropatellaire chondropathie glijdt de knieschijf niet goed in het gootje van het bovenbeen. Er ontstaat dan irritatie tussen de knieschijf en het bovenbeen.
De pijn is vaak erger als de druk op de knieschijf groter wordt, bijvoorbeeld bij traplopen. Ook kunnen er slotklachten ontstaan. Of kan er sprake zijn van ‘knakken’ of ‘kraken’ van de knieschijf.
Wanneer uw kind klaagt over pijn achter of onder de knieschijf, kan er sprake zijn van patellofemoraal pijnsyndroom of retropatellaire chondropathie (meidenknie). Beide klachten lijken erg op elkaar, maar er is een verschil. Bij patellofemoraal pijnsyndroom is er geen schade aan het kraakbeen zichtbaar.
Als uw kind klachten heeft door schade van het kraakbeen achter de knieschijf, dan is er sprake van retropatellaire chondropathie. Het verschil tussen beide aandoeningen is soms vast te stellen met een x-foto of MRI van de knie. De behandeling voor beide klachten is vaak hetzelfde.
Bij retropatellaire chondropathie (meidenknie) is er vaak sprake van:
- X-benen
- soepele gewrichten (overstrekking van de knie is mogelijk)
- verminderde/afwijkende spierkracht
- verkeerde belasting/overbelasting
- overgewicht
Symptomen
Bij het retropatellaire chondropathie (meidenknie) heeft uw kind pijn achter de knieschijf, onder of rond de knieschijf of aan de voorkant knie. Fietsen, traplopen, sporten en springen is vaak pijnlijk.
De pijn wordt vaak erger bij:
- knielen
- traplopen
- hurken
- fietsen (vooral met tegenwind/berg op)
- lang zitten met gebogen knieën (theaterknieën)
- springen
- sporten
De pijn bij het retropatellaire chondropathie wordt vaak weer minder bij rust en bij strekken van de knie. De knie kan stijf aanvoelen of gezwollen zijn.
Podotherapie
De klachten kunnen worden veroorzaakt door bijvoorbeeld het te veel naar binnen zaken van de voeten of het niet goed bewegen van de knie. Als de voeten tijdens het lopen te veel naar binnen knikken (overproneren), dan heeft dit ook effect op de knie. De knie zal dan ook meer naar binnen draaien. De zogenoemde Q-hoek wordt dan groter. De Q-hoek is de hoek waaronder het onderbeen staat ten opzichte van op het bovenbeen. Hierdoor trekken de spieren en pezen in een verkeerde richting aan de knieschijf waardoor deze niet meer goed in het gootje glijdt en er pijnklachten ontstaan. Doordat meisjes vaak een breder bekken hebben dan jongens, is de Q-hoek vaak groter bij meisjes dan bij jongens. Hierdoor komt retropatellaire chondropathie meer bij meisjes voor dan bij jongens.
De podotherapeut kan uw kind dan podotherapeutische zolen aanmeten om de stand van de voeten te veranderden. Zo kan ook de beweging van de knie beïnvloed worden en kunnen klachten die horen bij retropatellaire chondropathie verminderen.
Het is verstandig om uw kind stevige schoenen te laten dragen. De podotherapeut zal uw kind schoenadvies op maat geven. Uiteraard denkt de podotherapeut mee over geschikte schoenen die populair zijn onder de jeugd. Als het nodig is, zal de podotherapeut contact opnemen met een kinderfysiotherapeut om uw kind samen te behandelen. Vaak is het nodig de bovenbeenspieren specifiek te trainen. Hieronder staan twee oefeningen die uw kind thuis kan doen, maar wij raden aan onder begeleiding van een fysiotherapeut te trainen.